Van Noord-Holland tot Drenthe: financiële kansen en risico’s per provincie
In onze vorige blog onderzochten we hoe sectoren zich verhouden tot financiële kerncijfers zoals eigen vermogen en balanstotaal. Maar niet alleen de sector waarin een bedrijf actief is, speelt een rol bij de financiële gezondheid—ook de regio waarin een onderneming gevestigd is, kan een aanzienlijke invloed hebben.
Het is geen verrassing dat provincies zoals Zuid-Holland en Noord-Holland, met sterke economische centra, financieel het meest stabiel zijn. De aanwezigheid van grote bedrijven, financiële instellingen en een divers ondernemersklimaat zorgt hier voor een stevige economische basis. Maar de werkelijke inzichten liggen bij de andere provincies, waar de verschillen soms minder voor de hand liggen. In deze analyse kijken we naar de financiële positie van bedrijven in verschillende provincies, met een speciale focus op het percentage bedrijven met een negatief eigen vermogen en de mogelijke verklaringen hiervoor.
Provincies met het hoogste percentage bedrijven met negatief eigen vermogen
Uit de data blijkt dat bedrijven in Groningen het hoogste percentage negatief eigen vermogen hebben (16,57%). Dit kan deels worden verklaard door een combinatie van economische uitdagingen, zoals de impact van aardbevingen en een minder sterke economische groei vergeleken met de Randstad. Daarnaast spelen structurele factoren zoals een lagere bevolkingsdichtheid en een beperkter marktaanbod een rol.
Ook Flevoland (15,74%) en Drenthe (14,96%) scoren hoog als het gaat om bedrijven met een negatieve balans. Flevoland is als jonge provincie economisch nog in ontwikkeling, wat betekent dat bedrijven hier mogelijk nog niet de schaalvoordelen benutten die in andere regio’s al aanwezig zijn. Drenthe heeft een sterke agrarische sector en kent daardoor een grotere afhankelijkheid van seizoensgebonden marktschommelingen, wat invloed kan hebben op de financiële stabiliteit.
Interessant is dat Friesland (12,74%) en Gelderland (13,89%) juist een lager percentage bedrijven met negatief eigen vermogen hebben. Dit kan duiden op een stabielere economische basis en een evenwichtiger sectorverdeling, waarbij bedrijven minder afhankelijk zijn van één specifieke markt of conjunctuurgevoelige sector.
Relatie tussen balanstotaal en eigen vermogen per provincie
Een van de belangrijkste indicatoren voor financiële stabiliteit is de verhouding tussen balanstotaal en eigen vermogen. Over het algemeen geldt dat provincies met een hoger balanstotaal ook een hoger eigen vermogen hebben, wat wijst op een gezondere financiële structuur.
Toch zijn er interessante afwijkingen. Zo hebben Friesland en Flevoland een relatief hoge verhouding tussen eigen vermogen en balanstotaal, wat aangeeft dat bedrijven hier financieel conservatiever opereren en minder afhankelijk zijn van vreemd vermogen. Daarentegen heeft Groningen een relatief lage ratio, wat kan wijzen op een grotere afhankelijkheid van externe financiering en een verhoogd risico op financiële instabiliteit.
Aantal bedrijven per provincie en economische diversiteit
Het aantal bedrijven per provincie geeft inzicht in de economische activiteit en het ondernemersklimaat (enkel ondernemingen welke een jaarrekening hebben gedeponeerd zijn hierin meegenomen).
Uit de data blijkt dat Gelderland en Zuid-Holland de meeste bedrijven huisvesten, wat logisch is gezien de bevolkingsdichtheid en de aanwezigheid van grote economische centra. Provincies met een lager aantal bedrijven, zoals Drenthe en Flevoland, hebben mogelijk minder economische diversiteit, wat hen kwetsbaarder maakt voor sectorale schommelingen.
Een opvallende trend is de impact van e-commerce op de detailhandel, die in sommige provincies harder wordt getroffen dan in andere. Fysieke winkels in minder bevolkte gebieden hebben vaak meer moeite om te concurreren met grote online spelers, wat kan bijdragen aan een verhoogd risico op negatief eigen vermogen.
Gemiddelde omvang van organisaties en kapitaalkracht per provincie
Naast het aantal bedrijven en hun financiële gezondheid is het ook interessant om te kijken naar de gemiddelde omvang van bedrijven per provincie. Dit kan worden bepaald door de totale balanstotalen en het gemiddeld eigen vermogen per bedrijf te analyseren.
Zoals verwacht hebben bedrijven in Zuid-Holland en Noord-Holland de hoogste totale balanstotalen. Dit bevestigt dat deze provincies de meest kapitaalkrachtige regio’s van Nederland zijn. Met grote multinationals, financiële instellingen en een breed scala aan industrieën is hier een sterke concentratie van economisch vermogen te vinden.
In Friesland en Drenthe ligt de gemiddelde balansomvang per bedrijf juist veel lager. Dit wijst op een grotere spreiding van kleinere ondernemingen en een minder kapitaalkrachtige economie. Deze provincies zijn grotendeels afhankelijk van het mkb, wat betekent dat economische schommelingen hier een grotere impact kunnen hebben op individuele bedrijven.
Deze observatie bevestigt dat Zuid-Holland en Noord-Holland economisch domineren, niet alleen in aantal bedrijven maar ook in de kapitaalkracht van die bedrijven.
Conclusie: de kracht van regionale inzichten
Deze analyse laat zien dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen provincies als het gaat om de financiële gezondheid van bedrijven. In sommige regio’s, zoals Groningen en Flevoland, kampen relatief veel bedrijven met een negatief eigen vermogen, wat wijst op structurele economische uitdagingen. Andere provincies, zoals Friesland en Gelderland, laten juist een stabielere financiële structuur zien, wat suggereert dat een evenwichtige sectorverdeling en een minder sterke afhankelijkheid van conjunctuurgevoelige industrieën een positieve invloed kunnen hebben.
Daarnaast bevestigt deze analyse dat Zuid-Holland en Noord-Holland economisch het meest kapitaalkrachtig zijn, zowel in het aantal bedrijven als in hun financiële omvang. Dit is te verwachten, gezien de economische zwaartepunten in deze provincies. Toch laten de spreidingen per provincie zien dat niet alleen de locatie, maar ook sectorale verdeling en bedrijfsstrategieën van grote invloed zijn op de financiële stabiliteit.
Voor beleidsmakers en ondernemers is het essentieel om deze regionale verschillen te begrijpen en hierop in te spelen. Door gerichte economische stimulansen en strategische financieringsopties kunnen bedrijven in financieel kwetsbare provincies beter worden ondersteund. Dit draagt niet alleen bij aan een gezondere economische basis per regio, maar versterkt ook de stabiliteit van het Nederlandse bedrijfsleven als geheel.